Een talentvolle debuterende schrijfster

Een talentvolle debuterende schrijfster vroeg aan haar minnaar, een gerenommeerd schrijver, of hij ook van haar hield wanneer zij geen talent had gehad.

Ze lagen bij haar in de bed, het was zondagochtend, een dag na de presentatie van haar boek ‘In stilte zul jij komen’.

De gerenommeerd schrijver hoefde niet lang na te denken – ‘waarschijnlijk wel’ –en streek met zijn vingertop over de navel van zijn minnares. Het was een bijzondere navel, constateerde hij tevreden, bol en glad als een kleine kers.

De talentvolle debuterende schrijfster bekeek zijn rug die gespikkeld was en wat schilferig voelde door opkomend eczeem. Elf jaar geleden had ze hem voor het eerste gezien, zelf nog jong, talentvol en debuterend, op een meet & greet bij haar op de middelbare school. Op het podium midden in de aula had hij een sigaret opgestoken, de rook uitblazend richting een zenuwachtige leraar Nederlands die hem interviewde en tevergeefs zocht naar de blik van de directeur achterin de zaal. Ze had met open mond zijn bewegingen gevolgd terwijl hij de vragen over zijn jeugd, ambitie, visie op de Grote Drie beantwoordde met korte knikjes.

De volgende dag namen ze afscheid. De talentvolle debuterende schrijfster zette koffie, stofzuigde het huis, liet de hond uit. Aan het eind van de middag belde ze haar uitgever op dat ze toe was aan een grote vakantie.

Dit verhaal is ook te horen op AmsterdamFM. Luister hier.

Een jongeman vroeg zich af waartoe hij bestemd was.

Een jongeman vroeg zich af waartoe hij bestemd was. De zon stond al hoog aan de hemel toen hij wakker werd en de vraag als een bulldozer zijn lichaam binnendrong.

Hij dronk een kop koffie. Hij nam een douche. Hij rookte maar een sigaret op het balkon.

Hij zag dat er nieuw gezin in het huis tegenover hem introk. Twee verhuismannen sjorden aan een zwarte piano op wielen. Op de toetsen lag een geborduurd kleedje, dat telkens op de grond gleed wanneer de wielen een hobbel raakten.

Die middag nam hij de trein naar zijn ouders.

De trein reed door weilanden met en zonder koeien. De jongeman zag vogels in een v-vorm vliegen en vogels die op elektriciteitskabels zaten. Hij moest vier keer overstappen.

Zijn ouders zeiden: ‘is het al kerstmis dan?’
Hij kreeg thee aangeboden.

Na de thee liep hij de trap op naar de zolder waar dozen stonden die zijn moeder met lakens had afgedekt. Tussen wat platen en een cd-speler lagen Oude Aap – zijn arm nog steeds in het verband – en een leeg pak mikado. In een schoenendoos vond hij zijn rapporten van de lagere school. Sommige hadden hun kaft verloren. Hij stopte ze allemaal in een plastic Albert Heijn tas.

Zijn ouders zeiden: ‘blijf je dan ook eten?’
Maar hij had zijn jas al gepakt.

Thuis las hij de rapporten, terwijl hij een blik spaghetti opwarmde.

Juf Herma, klas 1, schreef: ‘Vriendelijk, helpt graag, maar kan ook goed zelf spelen.’ Meester Zeeuw, klas 3: ‘Een zes voor taal. Dat kan beter!’ Hij scheurde het bericht van Meester Harry uit, klas 5, en plakte het naast de spiegel: ‘Dat gaat de goede kant op.’

De jongeman viel laat in slaap. Hij droomde over Oude Aap, die zonder dat hij het wist, naar een dorp in de buurt van Antwerpen was verhuisd.

Dit verhaal is ook te horen op AmsterdamFM. Luister hier.

Negin Mirsalehi

Met een aantal andere ‘young creatives’ volg ik een cursus online branding. Onze social mediadeskundige is Kirsten Jassies, een eenenveertig jarige vrouw getooid in donkerroze klokrok en lichtgroene haarband, werkzaam op tientallen kanalen – ‘ik update de hele dag door.’

‘Kijk – dit meisje heeft meer dan twee komma vier miljoen volgers,’ zegt Kirsten, ze toont de instagrampagina van Negin Mirsalehi, een Nederlandse modeblogger. ‘In 2008 heeft zij besloten de wereld te gaan veroveren, nu wordt ze door alle modehuizen gevraagd.’

We bekijken de foto’s van Negin. We zien:

Negin in een lange camelkleurige jas op een stoepje in Amsterdam.

Negin in een gestreept badpak op een speedboot aan de kust van California.

Negin die een ijsje vasthoudt, welke locatie precies, is niet duidelijk.

Negin in een soort trouwjurk in Venetië.

‘Chanel heeft Negin onlangs betaald om iets van de collectie te dragen. Ze kreeg er duizenden euro’s voor, ’ zegt Kirsten.

In de film The Devil wears Prada wijst modebladbaas Miranda Priestly haar nieuwe assistent Andy Sachs terecht wanneer zij haar neus ophaalt voor de modewereld. Priestly: ‘Okay, I see, you think this has nothing to do you with you? You go to your closet and you select- I don’t know- that lumpy blue sweater, for instance, because you’re trying to tell the world that you take yourself too seriously to care about what you put on your back?’

Sinds deze film durf ik niet meer hardop te zuchten bij fashionmagazines, foodietweets of “just live your life’ blogs. Priestly heeft namelijk gelijk. Hoezo zou ik denken dat ik hier niks mee te maken heb? Wie volgt er notabene een cursus online branding?

Toch valt het me soms zwaar, dat niet zuchten.

Wanneer ik na afloop van de cursus op mijn fiets stap, krijg ik een bericht via mijn twitter-account. Ik heb er een nieuwe volger erbij. Blij fiets ik naar huis.

Uitstellen

‘Uitstellen’, zegt Eva Maria. Eva Maria is mijn collega, ze is een echte schrijver en ik heb haar aan de telefoon. We praten over hoe je een verhaal vier, vijf of zelfs zes pagina’s kan maken. Op de een of andere manier lukt het me niet, vaak ben ik in anderhalve pagina al door m’n plot heen. ‘Heb je Rebecca Lee gelezen?’ vraagt ze, ‘ellenlange verhalen, zij doet niets anders dan uitstellen.’ Ik blader door Lynx, lees nog eens het titelverhaal (zesentwintig pagina’s) over een vouw die een etentje geeft voor vrienden en erachter komt dat haar man een affaire heeft. De kantlijnen staan vol met streepjes en pijltjes, hier en daar is geschreven: ‘eerste indicatie!’ ‘onderliggend conflict!’, ‘verrassing!’.

Er bestaat een proef waarbij ze het geduld en de vooruitziende blik van kinderen testen. Een kind zit achter een tafel, op de tafel ligt een snoepje. Het kind wordt een tweede snoepje beloofd als het wacht totdat de begeleider terugkomt. Het kind en het snoepje worden enkele minuten alleen achter gelaten in de kamer. Wanneer het kind het snoepje direct eet, heeft het later meer kans op schulden, relatieproblemen en een stroef lopende carrière. Wanneer het kind wel wacht, wordt het later een directeur met partner en drie kinderen, o.i.d.

Ik begin aan een nieuw verhaal, over een vrouw die haar blik gaat oefenen ter voorbereiding van een ontmoeting met haar ex. Ik werk de hele middag en sla om zes uur tevreden mijn computer dicht. Ik heb de vrouw haar wenkbrauwen laten optrekken, haar mond laten openvallen, haar wangen bol geblazen. En aan het einde van pagina één ontdekt de vrouw dat ze haar lenzen is vergeten in te doen. Ze kan opnieuw beginnen.

Dat gaat de goede kant op.

Tijd

Mijn oma doet open, haar wangen prikken een beetje als ik haar kus, ze zegt: ‘Sta je er al lang? Ik zag net pas de bel flitsen.’ Ik loop via de woonkamer door naar de serre en zie door het raam mijn opa in de tuin, hij staat op een trapje bij de druivenrank naast de schuur en reikt naar het dak waar de druif overheen is geleid. Mijn opa strekt en knipt, blauwe trossen vallen in de emmer die hij onder zijn arm vasthoudt.

Ik wacht in de serre. Mijn oma maakt koffie en zet drie zuurstokroze petitfourtjes op de tafel. Ze wijst naar een schaaltje in de vensterbank waarin een vetplantje zit met dikke ronde blaadjes, uit Portugal meegenomen, de naam weet ze niet, maar het doet het fantastisch, of ik ook een stekje wil.

Buiten verschuift mijn opa het trapje. Ik zie dat hij pantoffels draagt. Hij plaatst zijn linkervoet op de onderste tree, zet zijn gewicht erop en duwt zichzelf omhoog, dan de rechtervoet.

Volgend jaar zijn mijn opa en oma vijfenzestig jaar getrouwd. Deze winter gaan ze voor het eerst in vijfentwintig jaar niet meer op vakantie naar Portugal. Mijn oma zegt: ‘Het wordt ook eens tijd dat je gaat leven op herinneringen.’

12 mei

Het Vondelpark is al eerder wakker dan ik. Joggers joggen voorbij, kleine hondjes met nette baasjes trippelen langs, parkieten – of zijn het papegaaien – scheren schreeuwend tussen de kastanjes. Ik maak een ochtendwandeling.

Een fietser rijdt me bijna omver. Dan maar door naar de Rozentuin, daar lijkt alles nog wat te slapen, ook al valt hier in de ochtend het meeste licht. Ik doorkruis het veld, bekijk de namen in de perkjes, lees Rosa Rubiginosa, Rosa Canina, maar zie vooral veel bruine blaadjes op stokjes. Alleen bij de Rosa Rugosa staat er één roos open.

Dan, een bruin konijn rent vanuit de bosjes over het gras. Midden op het veld zet het zich op zijn achterpoten, kijkt om zich heen, oren gespitst, neus in de lucht, springt dan verder, verdwijnt in het struikgewas.

Als zestien jarige schreef ik in mijn dagboek: ‘mijn lieve achterkleinkinderen, als ik dood ben, dan kom ik jullie opzoeken als een klein bruin konijn, ik vermoed zo rond 12 mei.’

Het is geen 12 mei, ik heb geen achterkleinkinderen, ik ben niet dood. Toch dacht ik daar mijzelf even te zien.

Dagboek

Bij Echt Gebeurd vertellen mensen voor uit hun puberdagboek. En zoals Paulien zegt, ‘dat lijkt verschrikkelijk, dat is het ook, maar het is ook erg leuk en louterend.’

Schijnt.

In ieder geval, zaterdagavond kreeg ik een telefoontje van de dagboekverteller dat ze het niet meer wilde. Terwijl Echt Gebeurd de volgende dag al was.  Grote paniek, want hoe snel vind je op zaterdagnacht een nieuwe lezer?

Zelf de kelder in gedoken. En vond daar een doos. Een doos met daarin nog een doos en daarin weer dichtgeplakte enveloppen met foto’s, brieven en schriften die vol – overvol – waren geschreven, over:

de eerste zoen, het eerste verdriet, de tweede zoen, het tweede verdriet, de Twin-Towers, Marco Borsato, angst voor oorlog, jaloers zijn op vriendinnen, het konijn, mijn kaaklijn, angst voor reizen, angst voor mijn dunne armen, angst voor de dood van mijn ouders, broers, vriendinnen, opa’s en oma’s, oom’s en tantes en mijzelf.

Ik las tot drie uur ’s nachts. Afgezien van Marco Borsato, was er eigenlijk ook weer niet heel veel veranderd.

De vos en de meeuw op zoek naar de wind

De vos en de meeuw zaten saam op één motor,
ze gingen uit rijden, op zoek naar de wind.

‘Oh vos!’, riep de meeuw, ‘je moet naar het water,
de wind blaast daar de golven, zo hoog als een huis.

‘Maar meeuw!,’ riep de vos, ‘ik wil door naar de heide,
de wind zwaait daar de takken, zo wild door de lucht.

to be continued

Een man hield van twee vrouwen, maar trouwde er maar één.

Een man hield van twee vrouwen, maar trouwde er maar één. De andere vrouw liet haar haren knippen, en op de dag van de bruiloft stapte ze aan boord van een zeilschip en voer weg. ’s Avonds in bed dacht de man aan de vrouw op zee. Hij zag haar staan op het dek, de lijnen aanhalend, de wind in haar kort geknipte haren.

De buik van de vrouw van de man, bolde op. Daar binnen groeide een dochter die later oceanen zou gaan bevaren.

De vrouw verkocht haar hond, omdat ze ook eens op vakantie wilde.

De vrouw verkocht haar hond, omdat ze ook eens op vakantie wilde. De man die de hond kwam ophalen, bracht een bos rode dahlia’s mee, maar de vrouw duwde ze terug in zijn armen en liep naar de kelderdeur in de gang. ‘Ik ga vanmiddag al,’ zei ze terwijl ze de deur opende. Ze knipte het peertje aan en zette een paar passen op de treden, ‘niemand die ze zal zien.’

Vanuit de kelder hoorde de man het geschuif van conservenblikken en glazenpotjes. Even wilde hij kijken toen hij een doffe klap hoorde, maar de vrouw verscheen kort daarna weer bovenaan bij de drempel en overhandigde hem drie papieren zakken met hondenbrokken. ‘Hier kan je voorlopig wel mee vooruit.’

De hond jankte toen hij achterin de laadbak werd gezet. De vrouw zwaaide totdat de auto uit het zicht verdween.

Binnen hield een clivia haar adem in. Stilte kroop uit de kieren van de plavuizen en muren, omsloot de vrouw die met één hand de voordeur opendeed.