Op de tafel in mijn kantoor

Midden op de tafel staat een kaars. Het is een witte kaars met een rood plastic bakje eromheen, het is het soort kaars voor op een begraafplaats of voor in een katholieke kerk, wanneer je aan iemand wil denken dan koop je zo’n kaars voor één of twee euro, je steekt haar aan met een lange aansteker, je zet haar op een tafel of rek waar meer van dit soort kaarsen staan, vaak zijn het er wel vijftig of tachtig, allen gekocht en aangestoken door mensen die aan iemand willen denken. De kaars op deze tafel is uit.

Aan de linkerkant van de tafel, niet ver van de kaars, staat een porseleinen kom met appels. Iets onder de rand van de kom zijn versieringen aangebracht, een patroon van afwisselend een kamervlieg, een tak met kleine langwerpige bladeren aan weerskanten en een fantasiebloem. In totaal zijn er zeven kamervliegen, veertien takken en zeven fantastiebloemen afgebeeld.

De appels in de kom zijn geel en hebben rode vlekken. Ze zijn ongeveer een kleine vuist groot. Om welk soort appels het hier gaat, is niet te zien, want ze dragen geen stickertjes en het zakje waarin ze gekocht moeten zijn, ligt er niet bij, deze is vermoedelijk door degene die de appels heeft aangeschaft, weggegooid, niet lang nadat hij of zij de appels in de kom heeft gelegd. Bij sommige appels rimpelt de schil een beetje. Een echte kenner zou overigens natuurlijk wel zien om welke soort het hier gaat.

Het tafelblad is, op deze spullen na, leeg. Er zijn wat vingerafdrukken te zien op het midden van de tafel. Je moet het licht wel mee hebben.

De kleur van het tafelblad is wit.