Ik begin. Weer. Opnieuw. Vanaf nu, zal ik iedere dag iets schrijven. Een paar regels maar, zoals deze regels, waarmee ik beschrijf hoe ik nu zit, achter mijn computer in mijn kamer met mijn blauwe vest aan met mijn neus naar de straat waar de tram om de tien minuten voorbij klingelt, en ik de letters op mijn toetsenbord indruk en weer weghaal met de knop backspace, om ze vervolgens opnieuw te laten verschijnen op het scherm voor mij dat geel licht geeft omdat ik dat ooit – een twee jaar geleden met kerst?- ingesteld heb, om ze opnieuw te laten verdwijnen op het scherm voor mij dat geel licht geeft omdat ik dat ooit – twee jaar geleden met kerst, ingesteld heb, net zolang, totdat, er iets staat waarmee ik kan beginnen.