SAS

Wanneer al het brandhout is verbrand, stel ik voor om het tuinmeubilair op het vuur te leggen. We zitten met vier man rond de vuurkorf in de tuin en vieren de drieëndertigste verjaardag van huisgenoot Anaïs. De aardbeientaart en glühwein die ze in de middag heeft gemaakt, zijn op. In het vuur smeult een laatste plank.
We bekijken de stoelen waarop we zitten. Zes klapstoeltjes van Indonesisch teakhout, twee jaar geleden gekocht bij de IKEA. Op sommige plekken begint het beits los te komen.
‘Is het wel nodig?’, vraagt Anais. Ze peutert met een stokje in de kolen.
In het SAS overlevingshandboek dat ik van mijn vader heb gekregen na een mislukte survivalvakantie in de Ardennen, staat beschreven wat je moet doen wanneer een humanitaire ramp in de stad plaatsvindt. Wanneer water, gas en elektriciteit voor een lange tijd zijn afgesloten.
‘Begin met het verbranden van het tuinmeubilair, daarna met meubelen uit het interieur. Tafels, stoelen, servieskasten. Leg je als laatste toe op stoffen, zoals gordijnen, beddengoed en keukenlinnen. Overigens wel pas nadat bomen, struiken en sprokkelhout van tuin, park en plantsoen niet meer toereikend zijn.’
We bekijken de bomen in onze tuin. Een goudenregen, een hazelaar en een kleine kastanje.
Ik maak nog een biertje open en gooi de dop in de smeulende kolen.