Een vrouw die geen kind wilde, baarde toch een baby. Na wat geworstel en getrek krijste het jong zijn longen open waarop de verloskundige direct de navelstreng doorknipte. De vrouw vroeg: ‘heeft het donker of licht haar?’ Maar de verloskundige keek naar de roze huid van het kind en noteerde een twee op de geboortekaart.
De moeder van de vrouw haalde haar dochter en kleinkind op met de Opel Kadett. Ze keek in de Maxi Cosi op de achterbank en duwde de handrem omlaag. Onderweg spraken moeder en dochter over de bevalling. Deze had niet te lang geduurd, maar ook niet te kort. Ze noemden de eerste weeën, de ontsluiting die wat op zich had laten wachten, het inknippen.
Thuis legde de vrouw de baby aan de borst. Ze wilde zeggen: ‘licht of donker haar, het maakt mij niet uit.’ Maar het lukte haar niet, dus zei ze maar niets.
Een paar straten verderop, baarde een vrouw die wel een kind wilde, geen baby. Zij had die ochtend boodschappen gedaan, eerst bij de Turkse bakker om de hoek – waar ze witte bolletjes haalde en wat koekjes – daarna was ze bij de supermarkt langsgegaan, waar ze kwam voor een zak zoute pinda’s en een fles wolwasmiddel.
De vrouwen kenden elkaar niet. Ze keken elkaar niet aan wanneer ze voorbij liepen. Ook groetten ze elkaar niet, terwijl ze een rij vormden in de apotheek. Toch had dat ons wel leuk geleken.