Twee vrouwen vroegen zich af waarom de liefde toch altijd zo moeilijk is. Ze zaten in de tram van het Centraal Station naar Osdorp de Aker en vermoedden dat het wellicht een kwestie was van verkeerde verwachtingen en een diepe angst om verlaten te worden.
‘Je kan maar beter direct duidelijk zijn,’ zei de ene vrouw. Ze had lang rood haar, dat in een vlecht op haar rechter sleutelbeen lag, waaruit ze haren probeerde te trekken die aan het uiteinde gespleten waren.
De andere vrouw knikte. ‘Duidelijkheid is altijd goed,’ zei ze. Ze had net nieuwe laarzen gekocht bij een zaakje in een zijsteeg van de Kalverstraat. De laarzen hadden haar benen verlengd in plaats van verkort en doordat de schacht wat breder was, leken haar kuiten slanker. Nu ben ik een echte cowboy, dacht ze toen ze met beide schoenen door de winkel stapte, een cowboy zonder mededogen.
‘Maar soms schrikt dat juist weer af, duidelijkheid, vergooi je direct je kansen bij zo’n man,’ vervolgde de vrouw met de rode vlecht. Ze had een dode punt te pakken en brak hem af met haar nagels.
‘Klopt,’ zei de vrouw met de nieuwe laarzen. ‘Het blijft toch een beetje aftasten of zo’n man dat wel aankan. Aan de andere kant, wat moet je met een bangerik.’
De vrouw met de rode vlecht stapte uit bij halte Rhijnvis Feithstraat. Ze zwaaide haar vriendin na totdat de tram uit het zicht verdwenen was. De vrouw met de nieuwe laarzen reed door tot halte Surinamerplein waar ze haar fiets had geparkeerd. Thuis haalde ze de nieuwe laarzen uit de doos en trok ze aan. Ik ben een cowboy, zonder mededogen, laat maar komen die razernij.