In Santa Fe, een bergdorp in het midden van Panama, slaapt iedereen nog. De maan schijnt, er glijdt af en toe een kleine wolk voorbij en het is er vijfentwintig graden. Een man draait zich om onder een katoenen laken, legt zijn hand op het dijbeen van zijn vrouw.
Hong Kong, even na vijven. Mannen en vrouwen lopen met blote benen over straat. Paraplu’s zijn opengeklapt, enkele figuren houden een krant boven het hoofd, snel de ondergrondse in. Eén vrouw heeft een plastic tasje om haar haar gebonden. Ze heeft net beachy waves laten zetten, terwijl ze in een magazine las dat Lang Lang vorige week een piano van 1 miljoen heeft aangeschaft.
Dan, Bratsk: -20. Een kok roert in de Pyervoe, grove stukken spek en aardappel draaien mee in de brei. Hij zet alvast vier borden klaar voor de vier bedienden uit het hotel naast zijn restaurant.
Purnim West: 35 graden. Een dominee legt alvast zijn bijbel klaar voor de ochtendpreek.
Puerto Mont, nacht, 18 graden. Evenals in Punta Arenas, Rosario en Rio Grande.
Amsterdam, motregen en zeven graden. Een vrouw zit op de wc in haar kantoor, bekijkt op haar telefoon de weerberichten van de plaatsen waar ze ooit naar toe wilt gaan, naar toe is geweest, of nooit zal komen.
Nog heel even, La Paz, Long Thien, Bago, Yangon. Ze veegt haar billen af, trekt door en loopt terug naar haar bureau.