Berg

Voor Echt Gebeurd bel ik met een man die een verhaal wil komen vertellen over een fietstocht die hij heeft gemaakt.

Het verhaal gaat zo: de man fietst in zijn eentje van Denemarken naar de Waddeneilanden, het is een verschrikkelijke tocht, want het regent voortdurend en hij heeft bijna iedere dag een lekke band. Ook wordt hij op een nacht bestolen. Na de tiende lekkende band overweegt hij te stoppen, hij dwaalt wat rond in een leeg stadje, loopt dan langs een trein die hem naar huis kan brengen. ‘Toen pas zag ik mijn echte vijand,’ zegt de man, ‘niet de regen, niet de lekken banden, maar die trein, want wanneer ik deze trein naar huis zou nemen, wist ik dat ik alles zou gaan missen: de fjorden, de wadden, die overweldigende natuur.’

De man vertelt goed, hij heeft een donkere stem, af en toe laat hij een stilte vallen. Ik vraag me af hoe hij eruit ziet.

Toch ben ik verbaasd wanneer hij eindigt. Een man fietst na een zee aan tegenslagen toch zijn tocht uit. Is dat het verhaal? Ik vraag de man na te denken waarom het voor hem zo belangrijk is om niet te stoppen.

Een dag later spreek ik de man weer. Hij zegt: fietsers stoppen niet zomaar, die willen altijd doorgaan, net als bergbeklimmers, wanneer je een bergbeklimmer voor een berg zet en je vraagt hem waarom hij deze berg moet beklimmen dan zegt hij: ‘omdat de berg er staat.’

Ik probeer nog wat te vragen over vroeger, hoe zijn ouders waren, waarom hij is gaan fietsen, maar na een tijdje zegt hij, ik weet niet waar je naar toe wilt.

Ik besluit de man naar een collega door te schuiven, misschien weet zij raad.

De volgende dag bel ik de man toch weer op. ‘Helaas, het verhaal speelt zich te intern af, zeg ik, ‘er is te weinig handeling.’

Ik lieg, want er is iets anders aan het verhaal wat me afstoot, iets wat ik op dat moment niet onder woorden kan brengen.

Kryptonite.